Kinderverpleegkundige Katelijne Impens stapte in februari 2024 voor een tweede keer aan boord van het ziekenhuisschip de Global Mercy in Sierra Leone voor een periode van drie maanden. Tijdens een eerste werkperiode bij Mercy Ships hielp ze ook al tien weken als vrijwilliger aan boord van ons ziekenhuisschip in Senegal.
Wat motiveerde je om opnieuw deel te nemen aan een missie bij Mercy Ships?
“Het is heel moeilijk om slechts één keer mee te gaan op missie met Mercy Ships. Eens je ermee start, blijf je vaak zin hebben om het te doen. Na mijn eerste missie in Senegal had ik echt het gevoel dat ik nog niet klaar was. Ik had nog zoveel meer te bieden. Ik vond het werk aan boord enorm boeiend en had erg veel zin om mijn verpleegkundige vaardigheden hier opnieuw te gebruiken.”
“Je ziet een heel andere kant van verpleging en dat blijft mij aanspreken. Veel van mijn vrienden die ik leerde kennen in Senegal gingen terug, wat natuurlijk ook een belangrijke reden was. Bovendien sprak het land mij enorm aan. Sierra Leone is een van de armste landen ter wereld. Na jaren burgeroorlog en de ebolacrisis was het de eerste keer dat Mercy Ships er terug naartoe ging. De nood aan zorg is er erg hoog.”
Was het eenvoudig om deze missie te combineren met je professionele en persoonlijke leven?
“Ik heb, net zoals de eerste keer, onbetaald verlof genomen. Mijn werkgever steunt me hierin, waardoor het lukt om dit te doen. Mijn partner en familie begrijpen ook mijn nood om mij in te zetten en helpen me dit te verwezenlijken. Hier ben ik heel dankbaar voor.”
Wat waren de grootste uitdagingen tijdens deze missie?
“De grootste uitdaging was vooral het land zelf. Het schip lag aangemeerd iets buiten het centrum. Freetown is een erg drukke hoofdstad en ergens naartoe gaan duurt altijd wel lang. Daardoor moet je telkens veel tijd voorzien en het toch wat organiseren. Het is bijvoorbeeld niet zo gemakkelijk om zomaar ergens naartoe te wandelen in de voormiddag en op tijd terug te zijn om te werken in de namiddag. Ik het begin is het ook wat overweldigend, maar stilletjes aan lukt dat wel. Uiteindelijk heb ik prachtige dingen van het land kunnen zien. Heel fijn!”
Welke functie vervulde je op het ziekenhuisschip?
“Net zoals de vorige keer heb ik voornamelijk als verpleegkundige gewerkt op de maxillofaciale dienst. Dit is de dienst waar ze volwassenen en kinderen opereren aan gezicht- of hals aandoeningen. Een extra functie die ik deze keer had was “charge nurse”, dat is een verantwoordelijke verpleegkundige op de dienst. Dan heb je zelf geen eigen patiënten maar moet je een overzicht houden van alle patiënten. De verpleegkundigen komen naar je toe met eventuele vragen en jij bent ook degene die de artsen en/of andere disciplines moet contacteren. Heel fijn om deze extra uitdaging aan te gaan.”
Heb je veel nieuwe dingen geleerd?
“Ik stond op dezelfde dienst als in Senegal, waardoor sommigen aandoeningen vergelijkbaar waren en ik zaken herkenden. Toch zijn er telkens nieuwe zaken en blijf je bijleren. Bovendien is het natuurlijk een ander land waardoor je andere dingen ziet, andere complicaties ect. Je werkt ook samen met de daycrew aan boord en leert zo de cultuur van Sierra Leone kennen.”
“Verder heb ik deze keer ook kunnen meewerken aan de ETA (Education, Advocacy & Training) kant van de field service door samen te werken met lokale verpleegkundigen. In samenwerking met een lokaal ziekenhuis wordt er afgesproken dat er Sierra Leonese verpleegkundigen shiften komen meedraaien met ons. Hierdoor leren ze een andere kant van verpleging kennen.”
“Opvallend is dat als je vraagt wat hun het meeste is bijgebleven, ze vaak antwoorden: ‘de liefde voor de patiënten’. Voor hen is het onwaarschijnlijk om liefde te geven aan de patiënten. Natuurlijk heeft de werkcontext daar veel mee te maken. Verpleegkundigen in Sierra Leone worden helaas amper betaald en zij zien hun beroep dus vaak als vrijwilligerswerk. Heel schrijnend!”
Was de context vergelijkbaar met jouw vorige missie?
“Ik ben opnieuw naar de Global Mercy gegaan. Heel veel vrienden van Senegal waren er opnieuw bij, waardoor ik veel mensen herkende. Het land was natuurlijk anders. Sierra Leone heeft een heel zware geschiedenis en dat merk je wel fel. Engels is er een officiële taal en de lokale mensen spreken er voornamelijk Krio, dat is een soort dialect van het Engels. Daardoor was de communicatie een stuk makkelijker dan in Senegal. Zelfs met de kinderen kon je bijna perfect communiceren. Daardoor was het mogelijk om diepere connecties op te bouwen met de patiënten. Dat vond ik echt een grote meerwaarde en ik heb er enorm van genoten.”
“Er was ook tijd om echt te luisteren naar de verhalen van patiënten, mee te leven, te begrijpen hoe moeilijk het voor hun geweest is en de hoop te zien terugkomen in hun ogen. Hun verhalen zijn gevuld met verdriet en afwijzing, maar geleidelijk aan zie je ze openbloeien en zichzelf terugvinden. Ik hoop oprecht dat we de patiënten het gevoel hebben kunnen geven dat ze ertoe doen.”
Verliep de aanpassing sneller dan bij je eerste missie?
“Zonder het echt te weten, had ik wel wat verwachtingen toen ik aankwam in Sierra Leone. De eerste weken waren daardoor niet zo simpel als verwacht. Aangezien het hetzelfde schip was met voor een deel dezelfde mensen, had ik verwacht dat de aanpassing sneller zou gaan. Maar toch zijn er ook veel zaken anders, waardoor het toch opnieuw aanpassen is. Je moet terug je plekje zoeken aan boord. Maar uiteindelijk ging dat wel vlot en voelde ik me snel weer thuis.”
Zijn je verwachtingen uitgekomen?
“Ik probeer telkens geen verwachtingen te hebben, maar onbewust heb je die natuurlijk wel. Ik denk wel dat ze zijn uitgekomen. Ik wou echt het gevoel hebben een verschil te kunnen maken voor de patiënten door er vooral voor te zorgen dat ze zich geliefd voelen en dat ze weten dat ze wel effectief een deel uitmaken van de samenleving. Dat ze mogen zijn wie ze zijn en hun aandoening dit niet bepaalt.”
Wat is je bijgebleven en waar heb je veel voldoening uitgehaald?
“Dankzij het intense contact met de patiënten heb ik echte vriendschappen kunnen opbouwen. We hebben zoveel plezier, liefde, knuffels uitgewisseld tot deze onbekenden zo goed als familie werden. Ik dacht altijd dat ik degene was die naar daar ging om te helpen maar kwam meer en meer tot het besef dat deze patiënten me zoveel meer gaven dan ik had verwacht en hen kon bieden.”
“Ik ben zo dankbaar dat ik deze kant van verpleging heb kunnen ontdekken met pure liefde, door en door. Mijn hart werd echt geraakt. Elke dag was ik verbaasd door de kracht van de patiënten, ondanks de zware geschiedenis van het land en alle moeilijkheden die ze doormaken.”
Ga je nog eens mee in de toekomst?
“Dat kan ik voorlopig moeilijk zeggen, ik moet zien wat de toekomst brengt.”
Heb je een boodschap voor nieuwe vrijwilligers, specifiek vanuit jouw functie of profiel?
“Ga ervoor! Je leert en ziet zoveel nieuwe en uitzonderlijke dingen die je hier in België nooit zou zien. Je werkt samen met prachtige mensen van overal ter wereld, die je laten zien dat verpleging anders is maar toch overal hetzelfde doel heeft. Je hebt veel meer tijd om te investeren in de patiënten, om echt te luisteren naar hun verhalen en je ziet echt de hoop voor vele patiënten terugkomen.”
“Je leert ook veel van het land en de cultuur kennen door samen te werken met de ‘day crew’. Het is zo mooi om te zien dat zij hun tijd en energie willen gebruiken om hun eigen bevolking te helpen. Ze geven zich volledig en het zijn echt indrukwekkende mensen. Buiten het werken leef je in een erg multiculturele omgeving, waar iedereen samen is met eenzelfde doel.”
“Op de een of andere manier zijn alle vrijwilligers daar om de mensen van Sierra Leone te helpen. Je leert natuurlijk een nieuw land kennen en de lokale mensen zijn zo dankbaar dat je naar daar komt om te helpen. Het is echt meer dan de moeite waard, een avontuur om nooit te vergeten! Ik kan het alleen maar aanraden!”